Bij de inrichting van een huis wordt vaak direct gedacht aan de kleuren van de muren en het plafond, de vloer en de inrichting. Pas daarna wordt er rekening gehouden met de verlichting, terwijl dit juist het element is dat de uitstraling en de sfeer van een ruimte bepaalt. Om deze reden is het handig om van tevoren een lichtplan op te stellen. Dit is een tekening waarop precies komt te staan welke soort verlichting waar wordt geplaatst, en welke functie deze verlichting daar moet hebben. Hierbij kun je bijvoorbeeld rekening houden met algemene verlichting, om een ruimte evenredig te verlichten, maar ook aan werkverlichting, sfeerverlichting en accentverlichting.
Door een lichtplan te maken, krijg je een goed overzicht van welke verlichting waar hoort te komen. Gaat het bijvoorbeeld om een woonkamer, een keuken of een slaapkamer? En wat is de functie van deze ruimte? Welke verlichting hoort hierbij? Dit zijn allemaal vragen die je met het lichtplan goed op een rijtje kan zetten, zodat je goed voorbereid de verlichting kunt gaan plaatsen. Daarnaast is het ook handig om in het lichtplan de aansluitpunten, zoals de stopcontacten, op te nemen, zodat je zeker weet dat je niets tekortkomt bij het plaatsen van de verlichting. Bij het ontwerpen van een nieuwe woning, kun je met een lichtplan juist bepalen waar de aansluitpunten moeten komen.Met het onderstaande stappenplan kun je in eenvoudige stappen een lichtplan opstellen, waardoor je er zeker van bent dat je de juiste verlichting kiest voor de juiste plekken.
Eerst maak je een tekening van iedere kamer waarvoor je een lichtplan wilt opstellen. Het is hierbij handig om gebruik te maken van ruitjespapier, zodat je de ruimte mooi op schaal kunt tekenen. Als je alle muren en hoeken op papier hebt staan, kun je ook de ramen, deuren en andere vaststaande objecten erin tekenen. Neem vervolgens ook de grote meubels erin mee, zoals de eettafel, de bank, de televisie en de koelkast. Tot slot kun je ook de aansluitpunten in je tekening zetten, zodat je een goed beeld krijgt van hoeveel lampen je kunt gaan plaatsen en of er extra aansluitpunten nodig zijn.
Elke plek in de kamer heeft een bepaalde functie, en sommige plekken kunnen zelfs meerdere functies hebben. Denk bijvoorbeeld aan de eettafel, waar je gaat zitten om te eten, maar misschien ook om te werken. En de bank, waar je wilt kunnen ontspannen en bezoek ontvangen, maar ook een boek wilt lezen. Teken rond elk van deze plekken een cirkel, en geef aan welke functie erbij hoort.
Ga nu voor iedere cirkel na welk soort verlichting het best bij de functie past. Je kunt verschillende symbolen gebruiken voor ieder type verlichting: basisverlichting, werkverlichting, accentverlichting, sfeerverlichting. Begin met het plaatsen van de basisverlichting; de verlichting die de hele ruimte verlicht. Om de kamer gelijkmatig te verlichten, kun je bijvoorbeeld meerdere plafondspots plaatsen, waarvan de lichtcirkels elkaar gedeeltelijk overlappen. Vervolgens kun je de overige soorten
verlichting gaan plaatsen. Kies bijvoorbeeld voor werkverlichting als je aan tafel van plan bent om te gaan werken, of kies voor een leeslamp bij de bank of het bed, voor het lezen van een boek. Accentverlichting kun je gebruiken om een mooi schilderij, een beeld of een plant waar je trots op bent extra uit te lichten, en alle aandacht ernaartoe te trekken. Als je deze drie soorten verlichting hebt geplaatst, kun je de rest opvullen met sfeerverlichting. Hiermee kun je de uitstraling van je ruimte echt afmaken, dus wees creatief. Je kunt bijvoorbeeld spelen met verschillende hoogtes, door ook eens een spotje in de vloer of in de wand te plaatsen.Met deze stappen is het lichtplan al bijna klaar. Het enige wat er nu nog hoeft te gebeuren, is het uitkiezen van de lampen die op elke plek komen. Wil je bijvoorbeeld graag een hanglamp plaatsen boven de eettafel, of kies je toch voor een gelijkmatige verlichting met LED inbouwspots? Voor een eenheid in het interieur, is het aan te raden om te kiezen voor armaturen en lampen van dezelfde materialen of kleuren.